Grote stinkzwam
(Phallus impudicus)
NMV Ga 225020
Stinkzwammen zijn buikzwammen, maar met een heel ander uiterlijk dan aardsterren, bovisten of stuifzwammen.
Stinkzwammen kunnen zich op twee manieren verspreiden: door sporen en door zwamdraden in de strooisellaag.
Alle in Nederland bekende stinkzwammen beginnen met een eivorm. Door de groei breekt het ei open,
en ontstaat een steel, met aan de top een kleverige massa met sporen.
De sporenmassa op de top is olijfgroen of grauwbruin van kleur, en verspreidt een sterke aasgeur. Op die aasgeur komen vliegen af.
Die vliegen zorgen voor de verspreiding van de sporen.
|
Het zogenaamde Duivelsei is jong, gepeld, rauw eetbaar, en smaakt dan naar radijs,
en heeft dezelfde knapperige tastatuur als een radijsje uit de tuin.
Tijdens een excursie van het Bewaarde Land werd de proef op de som genomen.
|
Foto: Maarn-Austerlitz, Huis de Laagt, 1 okt. 2010
|
In Nederland komen twee geslachten voor van stinkzwammen: het Phallus-geslacht kenmerkt zich door een geribde top,
en het geslacht Mutinus kenmerkt zich op die plek door een sponsachtige structuur,
gelijk aan die van de steel.
Van het Phallus-geslacht zijn de bekendste in Nederland:
de Grote Stinkzwam (P. impudicus) met het duivelsei,
de Duinstinkzwam (P. hadriani)
en de Gesluierde dame (P. duplicatus).
|
Regio:
Grote Stinkzwam wordt geregeld waargenomen in 't Gooi en ook in de groot-regio Amsterdam werd hij voor 1999 vaak gemeld.
Gek eigenlijk, dat ik hem nog nergens in Amsterdam ben tegen gekomen als anderen hem voortdurend tegen het lijf lopen.
Veldkenmerken:
De Grote stinkzwam kenmerkt zich door de kleur en de grootte van het ei (wit tot geel), de witte steel en de witte kop en een gladde rand van het plaatje op de top.
De geur is weerzinwekkend en opdringerig, alsof er ergens nog onlangs een ridder uit het Muiderslot in het harnas is gestorven en nu ligt weg te rotten in zijn conservenblikje.
Standplaats:
De Grote stinkzwam komt voor in pleistoceen gebied, in de duinen en in Zuid-Limburg. De soort is saprotroof op allerlei soorten bodems, rijk aan grof strooisel en humus, in loofbossen en gemengde bossen, ook in voedselrijk zand, zandige leem of klei.
In bossen met douglasspar komt de soort wel voor, in dennenbossen niet. De soort groeit in hyfenstrengen van substraat naar substraat.
In de gebieden waar de soort voorkomt, is deze zeer algemeen, van mei tot december, met een piek in oktober.
|
|
|
Andere phallus-soorten:
De Duininktzwam heb ik in de groot-regio Amsterdam nog nooit gezien. Ooit schijnt hij hier wel gegroeid te hebben.
De Duinstinkzwam kenmerkt zich door de kleur van het ei (dat wordt violet bij blootstelling aan de lucht, en het gekartelde randje van het witte plaatje op de top.
De geur is zoeter dan van de Grote stinkzwam, maar even onaangenaam en opdringerig.
De Duinstinkzwam is vrij zeldzaam, en groeit langs de gehele kust van Nederland, en deels België, in de buitenduinen, op zowel kalkrijk als kalkarm, humusarm zand, bij helm en zandhaver, en in duindoornstruwelen.
Uit het Gooi is een Duinstinkzwam waarneming bekend in de omgeving van Naarden, van ver voor de afsluiting van de Zuiderzee.
De Zuiderzee had duinen. Die duinen zijn er nog. Zoals bij Muiderberg, Naarderbos, Oud-Valkeveen, en de klifkust bij Huizen.
Met een belangrijk verschil: SBB heeft riet-vooroevers aangelegd om kustafslag tegen te gaan. Met veel riet, siberische berenklauw, en veel eik- en wilgopschot. Moeilijker toegankelijk dan de oude duinkust.
Het gebied verandert de laatste jaren sterk van karakter.De nieuwe kuststrook wordt extensief beheerd. Intensiever maaien zou duinsoorten meer kans kunnen geven.
|
In Park Spoorzicht in Diemen zul je tevergeefs zoeken naar deze soorten. Waarom? Geen idee.
In het Gooi zie ik de Grote stinkzwam het vaakst in het zomereiken-berkenbos in de buurt van eik,
soms in rommelbosjes van eikenhakhout, zoals in de Bosjes van Six in Laren,
aan de westkant van het Echobos in Muiderberg, en hoogst zelden in beukenbos (zoals Einde-Gooi of Hilverbeek).
|
Top
|